Mirjam Agtsteribbe is al sinds 2002 als viooldocente aan de Leeuwenkuil in Deventer verbonden.
Met ingang van september 2017 gaan haar collega Katerina Taruchaladze en Mirjam verder als zelfstandige vioolpraktijk onder de naam “Vioolschool Deventer.” Zij blijven netwerkpartner van Kunstcircuit, de Leeuwenkuil “nieuwe stijl”.
DOCENTSCHAP:
Achteraf gezien kon het bijna niet anders: het lesgeven zit onverbiddelijk in mij. Al op de basisschool spijkerde ik klasgenootjes bij vooral met rekenen, topografie en geschiedenis. Het raakte me toen al echt als iemand dan boven zichzelf uitsteeg, al was het maarmet een 6,5. Datzelfde vervulde enthousiaste gevoel heb ik nu nog steeds als voor een leerling een droom uitkomt zoals bijvoorbeeld in het Amersfoorts Jeugd Orkest of Nationaal Studenten Orkest terecht komen.
Ik vind diversiteit en oog voor het individu belangrijk. Ik wil er graag voor een brede groep leerlingen zijn. Ook vind ik het bieden van kwaliteit en het werken vanuit gedrevenheid van groot belang.
Natuurlijk is het zo dat de viool des te meer “pakt” en boeit op een hoog spelniveau. Dat vraagt om veel speeltechnische, mentale en muzikale vaardigheden. Een brede ontwikkeling met een gedegen individuele of duo-vioolles als basis maar met daarnaast aandacht voor samenspel, theorie (kennis) en voorspelen werkt voor de meeste (voornamelijk) jeugdige leerlingen het beste. Mijn sterkste kant is – denk ik – jeugd 6 tot 18 jaar en studenten, alhoewel ik zeker ook met volwassenen werk. Ook blijft het coachen van ensembles me boeien.
BALANS EN SAMENHANG
Wat ik zowel heel fascinerend als soms ook knap lastig aan het “vak van docent” vind: Heel veel in het ontwikkelings/leer-proces van muzikanten heeft met balans én met samenhang te maken.
Enkele voorbeelden:
- De balans tussen inspanning, resultaat en plezier.
- Ook is het opbrengen van geduld en begrip voor een leerling of het kiezen voor correctie of bijsturen soms wikken en wegen. Meestal neigt mijn persoon toch naar het eerste.
VEELZIJDIGHEID EN DIVERSITEIT
Een baan met veelzijdigheid en diversiteit. Om u een indruk te geven: Verschillende oud- leerlingen studeren aan het conservatorium. Twee zijn er inmiddels afgestudeerd: één in Zuid- Afrika, één in Rotterdam de derde studeert zeer binnenkort in Amsterdam af. Verschillende leerlingen hebben prijzen op concoursen gehaald of opgetreden met beroepsensembles en -musici. Ook speelden en spelen een aantal (oud)-leerlingen in bekende jeugd– en studenten-orkesten zoals het het Amersfoorts Jeugd Orkest en het Nationaal Studenten Orkest. Met evenveel plezier geef ik kleintjes, pure amateurs en (strijkers) ensembles in allerlei vormen les. Ik denk buiten kaders: De afgelopen 15 jaren heb ik bijvoorbeeld regelmatig samengewerkt met collega-musici aan projecten variërend van klassiek tot pop , jazz, en “cross-over” projecten tot enkele samenwerkingen met dans. Met mijn strijkers-collega’s aan de leeuwenkuil: Katerina Taruchaladze (viool) en Henriëtte Aberson (cello) hebben we ook al een jarenlange samenwerking op het gebied van strijkers-ensembles en samenspel.
MIJN KEUZE VOOR DE VIOOL:
Eigenlijk viel deze al op twee-jarige leeftijd. Mijn ouders hadden een plaat met vioolmuziek van Mozart en Haydn aangeschaft. Metéén de
volgende ochtend stond ik met de juiste plaat in mijn handen naast hun bed met het verzoek of deze op mocht. Omdat ik de violen zo mooi vond. Op mijn derde verjaardag kreeg ik een speelgoedviooltje van mijn grootmoeder, dan kon ik met de plaat meespelen. Toen deze echter stopte en ik doorkreeg dat mijn speelgoed viooltje niet de “hemelse vioolklank” van de plaat maakte was ik zo teleurgesteld en boos als ik verder zelden ben geweest en smeet het viooltje aan diggelen. Dit werd dus nog even géén vioolles voor mij.
Helaas ben ik door omstandigheden (o.a.verhuizingen) pas op 11-jarige leeftijd met viool en trompet-les gestart. Nadat de muziekschool toen ik er een krap jaar les had gehad helaas falliet ging, ben ik na een half jaar gelukkig weer met vioollessen gestart, bij een zeer gedreven en gedegen privé-docente: Jacqueline Monné . Haar “drive” maar ook het samenspel met onder andere pianisten en orkestspel in het Amersfoorts Jeugd Orkest wakkerden bij mij het “viool-vuur” zodanig aan dat ik eigenlijk violiste wilde worden.
CONSERVATORIUM
Ik wilde mijn hart volgen en conservatorium doen, maar twijfelde of dit niet onverantwoord zou zijn. Ik was immers zeer laat gestart met muziek en had een straatlengte achterstand qua studieuren ten opzichte van de meesten die doorgaans voor de vak-opleiding viool kiezen. Om een verstandige keuze te maken heb ik toen enkele malen voor het hoofd van de vioolafdeling van het conservatorium in Amsterdam voorgespeeld. Toen zij me zonder enige twijfel Amsterdam (of Den Haag) adviseerde kwam er een berg energie bij me vrij en durfde ik pas “volle bak” voor het conservatorium te gaan.
Mijn vakstudie heb ik aan de conservatoria van Amsterdam en Rotterdam bij Jeanelotte Hertzberger en Jan Hulst gedaan. Methodieklessen volgde ik bij Coosje Wijzenbeek. Omdat ik het erg belangrijk vond om veel ervaring met lesgeven op te doen, maar wel degelijk en gediplomeerd les te geven, heb ik tijdens mijn vakstudie vervroegd mijn theorie- en pedagogische vakken gehaald. Zodoende kon ik mijn Staatsexamen-B doen. Met dit examen op zak kon ik al als student gediplomeerd aan de slag bij de muziekschool in Wijk bij Duurstede.
Om voldoende ervaring in orkestspel op te doen heb ik tijdens mijn vakstudie met zoveel mogelijk orkestprojekten van het Amsterdams conservatorium meegedaan daarnaast heb ik in “Rotterdam young philharmonic”en in het Nationaal Jeugd Orkest gespeeld. Als orkest/ensemble-lid van deze orkesten heb ik veel binnenlandse concerten/tournees meegemaakt en ook een aantal buitenlandse tournees en radio en c.d- opnames meegemaakt. Vanaf mijn laatste studiejaar ben ik ruim 15 jaar vast lid van een professioneel (begeleidings)- ensemble geweest. Ook heb ik met regelmaat in “Ad hoc”-ensembles gespeeld.